Website structuur

In dit artikel zal ik proberen uit te leggen welke verschillende mogelijkheden er zijn om een website op te bouwen, en wat de invloed hiervan is op organische vindbaarheid. In het tweede deel van het artikel ga ik ook dieper in op het fenomeen microsites.

Bij de aanmaak van een website is het altijd een moeilijke keuze hoe deze zal worden opgebouwd: wat komt waar, en hoe wordt de website ingedeeld. Over het algemeen kan een website als volgt worden ingedeeld:

* Hoofddomein

* Subdomein

* Subfolder

Een aparte categorie, die toch het vermelden waard is, zijn de microsites.

Inhoudsopgave

Hoofddomein

Het hoofddomein begin met een goede URL. Hier zijn een aantal zaken waarmee je best rekening houdt. Een URL moet immers gemakkelijk te onthouden zijn, zodat het niet te moeilijk is om deze terug te vinden, en mond-op-mond reclame mogelijk maakt. Hou het adres daarom kort.

Zie bijvoorbeeld Internet Marketing Universiteit. Deze begon in 2010 als InternetMarketingUniversiteit.nl. In 2014 stapt men dan over naar IMU.nl. Het oude domein was met 29 karakters echt te lang. IMU.nl daarentegen is lekker kort en pakkend. Makkelijk deelbaar. Klinkt meer als een ‘officiële instelling’ en minder als een domein gevuld met zoekwoorden.

Moet wel gezegd worden, anno 2017 is het bijzonder moeilijk om dit soort mooie drieletter domeinnamen goedkoop vast te leggen voor de .nl domeinnaam extensie. Je zou kunnen denken aan alternatieve extensies zoals bijvoorbeeld .io (populair onder tech geeks), .amsterdam en .frl (voor lokale ondernemingen) of .coach/.expert/.consulting (voor professionals). Maar deze relatief nieuwe domeinnaam extensies zijn op moment van schrijven nog niet echt ingeburgerd. Mijns inziens, zijn deze nieuwe extensies risicovol qua ‘type-in traffic’. Je hebt kans dat mensen jouw merknaam horen op de radio, en bij thuiskomen deze intypen en uit gewoonte ‘.nl’ toevoegen. En dan vervolgens op de website komen van een concurrent of irrelevante partij.

Een voorbeeld hiervan is de politieke partij Voor Nederland. Omdat de drieletter domeinnaam ‘VNL.nl’ al vergeven was aan een ICT instelling, hebben zij gekozen voor VNL.nu. De .nu extensie zie ik overigens ook in de praktijk vaak gebruikt worden in Nederland als alternatief voor wanneer .nl niet meer beschikbaar is. Problematisch is dat wanneer mensen graag meer zouden te weten willen komen over de standpunten van deze partij zij toch geneigd zullen zijn om in de browser balk in te typen ‘VNL.nl’ en in dat geval zullen zij terecht komen op een ICT service website. Dit is geen goede eerste kennismaking en komt onprofessioneel over. De ICT partij gebruikt het domein overigens niet, deze verwijst door naar een andere domein, SLTN.nl. Mijns inziens, zou Voor Nederland budget opzij moeten schuiven om de meest geschikte domeinnaam over te nemen (indien de ICT partij daar open voor staat natuurlijk, het domein wordt momenteel niet gebruikt, en kent weinig linkwaarde volgens de Ahrefs backlink checker tool, dus ik zou niet weten waarom zij deze domein niet zouden willen overdragen voor de juiste prijs).

Subdomeinen

Subdomeinen, ook gekend als ‘third-level domeinen’, zijn onderverdelingen van je domein. Heel dikwijls kunnen we zien dat websites de blog als een subdomein gebruiken, bijvoorbeeld: Blog.prenatal.nl of Blog.seniorennet.be. Voorgaande is niet ideaal, omdat je o.a. link waarde weg leidt van de hoofddomein. Het is immers niet gezegd dat Google deze als 1 website zal erkennen. Het is beter om een blog te gebruiken als een subfolder.

Subdomeinen kunnen wél gebruikt worden om bijvoorbeeld verschillende divisies van een bedrijf aan te geven. Het bekendste voorbeeld hiervan is wat Google doet. Iedereen kent immers de subdomeinen Maps.google.com of Translate.google.com.

Een tweede manier om subdomeinen te gebruiken is wanneer een deel van je website niet zichtbaar is, of niets bijdraagt aan de inhoud van de website en bijgevolg ook niet noodzakelijk door Google gevonden moet worden. We denken dan bijvoorbeeld aan het ledengedeelte, training, of gedeelten waarvoor een inlog nodig is. Zie bijvoorbeeld het Nederlands Instituut voor Biologie: Leden.nibi.nl. Wederom goede hoofddomeinnaam keuze overigens.

Subfolder

Over het algemeen kunnen we zeggen dat het beter is een subfolder te gebruiken dan een subdomein. Hierboven hebben we enkele uitzonderingen gezien, maar de subfolder is in de overgrote meerderheid van de gevallen aan te raden.

Subfolders hebben bijvoorbeeld de volgende indeling: https://www.schoonenberg.nl/blog. Bemerk dat de blog hier niet als subdomein, maar als subfolder staat. De subfolders zijn de indeling van de website. Maak deze dus logisch, overzichtelijk en gemakkelijk te doorzoeken voor Google, volgens een zogenaamde silo structuur. Maak voor je begint een indeling van de pagina, en beslis welke subfolders en eventuele onderliggende folders je wenst. Dit is belangrijk, want deze folders zijn een integraal deel van de zoektocht door je website die Google doet. Overigens is het ook voor de bezoeker beter dat je een goede indeling hebt.

Subfolders kunnen ook gebruikt worden om een specifiek thema te behandelen (bijvoorbeeld binnen subfolder http://www.knvb.nl/competities/eredivisie-vrouwen kan men louter informatie vinden omtrent de damesvoetbal eredivisie competitie), of zich specifiek richten tot een bepaalde locatie of taal (zoals www.coolcat.be/nl/ en http://www.coolcat.be/fr).

Tot slot wil ik nog beklemtonen dat het belangrijk is om de naam van de subfolders duidelijk te houden. Gebruik dus streepjes, zijnde het teken: ‘-‘ tussen de woorden in de titel, bijvoorbeeld: http://www.mazda.nl/modellen/nieuwe-mazda-cx-5/. Net zoals voor de domeinnaam geldt hier: Korter liever dan langer.

Microsites

Met microsites bedoel ik websites die los staan van de website van het bedrijf, en dus een volledig apart domein hebben. Microsites zijn kleiner dan traditionele websites (over het algemeen 2-3 pagina’s), en zijn gecreëerd voor een specifiek doel of een specifieke campagne. Ze zijn dus veel specifieker qua inhoud, en zijn meestal tijdelijk. Ze zijn gemaakt om te informeren óf te entertainen.

Opmaak

Voor we kijken naar de voor- en nadelen van microsites, gaan we eerst even in op hoe een microsite best wordt opgebouwd, en wat je wilt vermijden.

Het belangrijkste is uiteraard de URL: door de specifieke opzet van een microsite is het heel belangrijk dat deze duidelijk is, en gemakkelijk te onthouden. Deze zal dan ook meestal kort zijn, en duidelijk maken wat er op de site te zien is.

Indien je een (nieuw) product wenst te promoten, is het best om een domeinnaam als bijvoorbeeld Fanta.nl te gebruiken.

Wat de website zelf betreft, is het belangrijk om dubbele content met de hoofdwebsite te vermijden.

Nadelen

Kijken we naar de negatieve zaken, dan kan het gebeuren dat klanten verward raken, en niet weten waar ze op terecht gekomen zijn. Potentiële klanten kunnen denken op je hoofdsite terecht gekomen te zijn, en (voorgoed) wegklikken als dit niet het geval is.

Op het vlak van search, is het zo dat meerdere websites voor 1 merk links, sociale signalen en gebruikerssignalen naar je websites opsplitsen, waardoor alle websites lager kunnen noteren in de zoekresultaten. Ook zien we dat Google grote, gezaghebbende domeinen met geschiedenis verkiest boven nieuwe domeinen, waardoor het beter kan zijn te centraliseren door een subfolder aan te maken op een bestaand hoofddomein. Tot slot is het zo dat, door het feit dat deze websites zo specifiek zijn, je niet alle aspecten van je bedrijf aan bod kunt laten komen, waardoor je misschien bepaalde inzichten op topics niet zal vermelden, en wederom klanten afschrikt die dachten op je hoofdpagina te zijn, en niet vinden wat ze zoeken.

Mogelijkheden

Kijken we nu naar de unieke voordelen van microsites, dan zijn er verschillende punten aan te halen. Niet alle punten zijn voor iedereen van toepassing, dus goed nagaan wat je exact nodig hebt is de boodschap.

Makkelijk te onthouden

Microsites zouden een unieke domeinnaam moeten hebben wat gemakkelijk te onthouden is, waardoor potentiële klanten je sneller en gemakkelijker kunnen terugvinden. Dit kan of een productnaam zijn, of gebaseerd op gemakkelijk te onthouden zoekwoorden.

Merkbekendheid

Bij overkoepelende bedrijven die meerdere merken herbergen, kunnen we soms zien dat merken een afzonderlijke website krijgen. Mensen die naar een specifiek product op zoek zijn, hebben immers geen boodschap aan de vele, soms totaal verschillende, producten die datzelfde bedrijf aanbied. Zo zien we bijvoorbeeld bij het bedrijf AB Inbev dat naast Ab-inbev.be, in België bekende bieren een eigen microsite krijgen: Leffe.be, Hoegaarden.be, Jupiler.be et cetera. Hetzelfde kunnen we bijvoorbeeld zien bij multinationals zoals Unilever, Mars, Coca-Cola en dergelijke.

Informatie verzamelen

Soms worden microsites specifiek gecreëerd om informatie te verzamelen. Om negatieve invloed hiervan te vermijden op de hoofdwebsite, is dit een heel goede methode. Dit kan aan de hand van spelletjes, versturen van informatie, details betreffende een event…, waarna de bezoeker zijn gegevens achter moet laten. Eén van de bekendste voorbeelden, die je zeker hebt zien voorbij komen rond de kerstperiode is Elfyourself.com, waar je de gezichten van je familie op elfen kan plakken, en dit daarna delen op Facebook. Hoewel dit gemaakt is door het bedrijf OfficeMax, is dit hoofdzakelijk bedoeld voor het verzamelen van informatie (aangezien je toegang geeft tot je gegevens bij het plaatsen op Facebook), en niet om verkoop te genereren.

Uitproberen

Een microsite is ook perfect om zaken uit te proberen vooraleer deze op de hoofdwebsite te zetten. Indien dit niet werkt, is er geen negatieve invloed geweest op de eigenlijke website.

Doorverkopen website

Tot slot is een microsite een goed idee als je van plan bent om een domein, product of dienst door te verkopen. Indien je die website in een subdomein of subfolder plaats is dat immers niet mogelijk.

Verschil microsite en landingspagina

Tot slot wil ik nog even ingaan op het verschil tussen een microsite en een landingspagina. Een landingspagina is slechts 1 pagina, en zal altijd gepubliceerd worden onder de hoofdwebsite. Zie bijvoorbeeld VisDeal.nl. Een microsite daarentegen, kan meer dan 1 pagina zijn, en staat op een apart domein. Wat betreft het doel en de gebruiksduur kunnen beide gelijk zijn.

Over het algemeen kunnen we zien dat een landingspagina meer gebruikt wordt om de conversie te vergroten, terwijl een microsite meer gebruikt wordt om specifieke informatie over een product of dienst door te geven.

De meest passende opzet kiezen voor jouw doel

In dit artikel zijn we begonnen met de indeling bespreken, en wat je best gebruikt voor je website. In de meeste gevallen is het best om je volledige website op 1 domein te zetten en te werken met subfolders. Dit is immers wat Google prefereert, en waardoor je website dus hoger zal rangschikken. Er zijn echter een aantal uitzonderingen waardoor je toch een onderscheid kan maken, en het daarom beter is een gedeelte van je website op een subdomein zetten.

Kijken we naar de microsites, dan geldt hier vooral dat je goed moet nadenken voor je beslist om dit te gebruiken. Het grootste gevaar is immers dat je link waarde, sociale signalen en gebruikerssignalen weg leidt van je eigen website, waardoor beide websites lager rangschikken binnen zoekmachines, of klanten zelfs kunnen afhaken als ze niet vinden wat ze zoeken.